N4Ig7glgJg5gpgFygQwaiCA2cQC4QCycAdgK4gA0IAzgBYD2YCG2ARsgE54Bmym1cKsWQBbHPjFlKITPWRQ4ADwRwOwzHgQdSgmgGMOcEnu4w8oSaT30FeEAt6lMCABLSB14ig4BPOw+QnBGk9TGRqajtpS2YscUJ6eghWTB8AOmINKhiWOEwIYgBrOwB6dwYwPU5EO3piaSgOegAHKEZiUIg9Yvw69wQfbBURZrCVOwAROEdnaVkYeiiqFDQ7YAAdEEtN3ABtDZBY7B3NgAVkeE2KTYA3CGpk7AAZehh4KAKdrR1rkFQtAD6tEM3BOIBKzQucBK50uIAAvhQDkc4GCAMqkVjbSibf4cIEgsEAYiumzojCqhgQX20gjJmOxe2RuXRDJIpAABABGUl/BCA4HTMEQqElDGsSHwAC0PIRSM2KNZWPZHIATLy8QShXhNiL4GLMZK4FL1XLmXElZYOQBmDX8/GC0E68FGg0SqFS21mhUs53iq0AFjtAsJzr10PFRqlQYRAF1Eebjs6AMJ1NB6ak4vkh7W4XWu1PEdOZhM+i3Ol4wT5ZzWO4Xzavw+PSZr0B7MPr4YQ3dgcKUcCAwWjBKgAK1I1GY3AgcCgSxoFRcolYpA48C4vXqiPA0HgzDnEnZAIBo+oo4gPiqyEUXKe0RsfB4fAE2WQeloXIADMIxHZILBEClSx7xQTB/wQWgonhIA

De ijslandse hond in het kort

HISTORIE

De IJslandse hond is een hondenras, behorende tot de keesachtigen. De IJslandse hond stamt af van de honden die in de negende en tiende eeuw door de Vikingen naar IJsland zijn gebracht, waar hij werd gebruikt voor het drijven en het hoeden van het vee.

In de 16e eeuw werd de IJslandse hond een gewild exportproduct naar Engeland, waar hij werd gehouden door de gegoede burgerij.

De Britten zeiden over de IJslanders, dat die hun kinderen voor niets weggaven maar hun honden voor veel geld verkochten...

KARAKTER

De IJslandse Hond is van nature vrolijk, attent, vriendelijk en levendig en tot op hoge leeftijd vitaal.

Het zijn doeners die veel beweging nodig hebben. Het zijn honden die graag bij je blijven, 1 keer roepen

is vaak voldoende om de hond te laten komen. Het zijn goede wakers, ze blaffen graag.

Net als bij ieder ras moet men consequent zijn in de opvoeding.


De IJslandse hond kan zeer goed met kinderen omgaan.

Omdat ze beweging geweldig vinden zijn ze zeer geschikt om diverse honden activiteiten zoals

fly-bal e.d. te doen.

UITERLIJK

Het uiterlijk van de IJslandse hond heeft de eigenschappen van de bekende poolhondenrassen: rechtopstaande oren en een krulstaart. Het is een middelgrote hond: De reu is ongeveer 46 cm, en een teef ongeveer 42 cm. De staande hond is van opzij gezien rechthoekig, iets langer dan hoog.

Er is een duidelijk verschil in uiterlijk tussen reuen en teven. De vacht bestaat uit een wollige ondervacht en een water- en vuilafstotende bovenvacht, die kort-, middel- of langharig kan zijn. De dik behaarde staart wordt trots in een sierlijke krul op de rug gedragen.

Alle kleuren zijn er, behalve geheel wit. Zwarte honden moeten witte en bruine aftekeningen hebben. Een witte bles en witte markeringen op de borst, kraag, punt van de staart, poten en tenen komen regelmatig voor.

VERZORGING / VACHT

IJslanders zijn schone honden, ze wassen zichzelf regelmatig en zien er altijd keurig verzorgd uit. Een echte wasbeurt is zelden nodig. Na een boswandeling of een trip naar het strand kan de hond er vreselijk uitzien, maar laat hem drogen en hij schudt alles weer van zich af.

Ze hebben bijna geen "hondenlucht" en zo nu en dan licht borstelen is voldoende. In de ruiperiode (reuen 1x per jaar, teven 2x per jaar) moeten de losse haren grondig met een borstel of met plukken verwijderd worden.

Regelmatig moeten de nagels van de wolfsklauwen, een raskenmerk dat niet verwijderd mag worden, worden geknipt. De nagels komen bij het lopen niet op de grond en slijten dus niet, ze groeien en krullen om. De hond kan ermee blijven hangen en de klauwen kunnen inscheuren.

Bronvermelding: Delen van de tekst zijn gebruikt van de ijslandse honden club en wikipedia .